Berichten uit den verre,
De oktoberupdate, van de Nageltjes in toekatakka land, (ver weg van tsunamies en vulkaanuitbarstingen)
Ja, we zijn niet zomaar ergens. De projecten lopen zoals geplant en… Een lachertje natuurlijk, het woord ‘planning’ is als de fles in de geest: Je kunt wrijven wat je wilt, het zit er niet in. Laten we daarom eens een dag uit het leven van J en E en J omschrijven. We hebben sinds kort een pestbuil van een asbakkenras van iets wat op een hond lijkt. Hij is nog jong en is voornemens om ieders nachtrust tot een minimum te beperken. Dat betekent dat de dag meestal voor dag en dauw begint. De wekker is zoals gezegd meestal het lieflijk edoch ijselijk gekerm van bovengenoemd goddelijk schepsel. We weten, alle wezens Gods dienen we lief te hebben, maar wij vermoeden dat wij binnenkort knoflook een crusifix en een zilveren kogel nodig hebben willen wij onze wallen ietwat terugdringen.
Dan begint het ontbijt. Meestal omdat de vorige dag zo druk was, zoeken we wat in de koelkast, wat niet beschimmeld is en wat besmeerbaar is met pindakaas. Mocht dit niet voorradig zijn, dan wordt beneden in de kiosk een pak biscuitjes gekocht of overheerlijke zompige havermout gemaakt. Wederom vanwege bovengenoemde satan is het uiterst belangrijk minstens vier glazen dampende koffie naar binnen te slaan om gedurende de dag nog wat zinnigs te kunnen uitkramen. Vervolgens tijdens de koffie-warm up worden de zak telefoontjes tevoorschijn gehaald en gekeken naar de sms. Alles wat niet op leven en dood gaat wordt acuut gedelete en dan op naar de eerste afspraak.
Gisteren bijvoorbeeld een gesprek met grote NGO’s. Bedelen om geld moet geraffineerd gebeuren. Wij moeten laten zien dat ons project het enige project is in de diepe binnenlanden in geheel Papua dat daadwerkelijk een gemeenschap kansen biedt op een betere toekomst, zonder bovengenoemde instanties te beledigen. Dat dit nogal een kunst is moge duidelijk zijn. Voor je het weet zit je drie uur te luisteren naar iemand die zelden buiten hotels onder de vier sterren komt, maar die dan een lezing geeft over hoe je ontwikkelingswerk moet doen. Meneer weet precies hoe alles in zijn werk gaat maar gaat vervolgens in een dikke Toyota waar geen spatje modder op zit naar de volgende workshop in een of andere viersterren ressort. Dan gaat meneer naar Jakarta om verslag te doen van het vele goede werk wat de grote NGO’s in het binnenland doen. Ons project wordt uiteraard niet al te serieus genomen want dan wordt het ingewikkeld. Wat als een kleine organisatie daadwerkelijk een vallei op zijn kop zet en de grote NGO’s in verlegenheid brengt. Voorbeelden van zinnen die we letterlijk hebben gehoord zijn: “Sorry we hebben geen geld, voor dit jaar kunnen we alleen maar de salarissen van het personeel betalen en worden er geen projecten uitgevoerd”. Een andere erg goede is:”Bedankt voor al jullie werk, maar jullie hebben niet genoeg nagedacht over de genderthematiek die toch een belangrijk is voor ons programma”(Dit geheel tegen de afspraak in). Helaas betreffen dit organisaties die door ons Nederlanders worden betaald. Bedenk goed waar u uw liefdadigheidseuro’s aan besteedt. Iedereen claimt projecten te hebben in de diepe wouden van Papua. Wij zitten daar al ruim twee jaar en wij zijn bijna niemand tegengekomen.
Maar goed, onze dag. Na de gesprekken met de NGo’s moeten boodschappen worden gedaan voor de projecten in Senopi. Er moet een auto worden gevonden met chauffeur die nog nooit lazerus tegen een boom is gereden. Naar ons weten blijven er dan twee chauffeurs over. Deze chauffeur moet zijn auto met benzine vullen natuurlijk. De rij voor het pompstation is inmiddels berucht en doet ons denken aan de rij voor de bakker in oost-Berlijn in 1981. Dan moet de auto natuurlijk beladen worden. Dan moeten we langs een twintigtal lokale gamma’s. De lokale gamma is een soort kippenhok maar dan worden er actief muggen gehouden. Muggenlarven worden volgens ons zorgvuldig gekweekt of het moet zijn dat ze het met zijn allen zo gezellig hebben…. Nee volgens ons worden ze liefdevol gekweekt. Binnen dat kippenhok bevindt zich een verrassend assortiment aan waar. Behalve roestige uitlaten kun je er opeens ook shampoo vinden, of een massagelamp. Al heen en weer springend en driftig om je heen slaand, vanwege de lokale huismuggen, probeer je dan tussen de zooi wat te zoeken wat van je gading is. Ergens vanachter een stapel dozen en een berg met verroeste spruitstukken zit dan meestal een chinees die een belachelijke prijs vraagt. En dan op naar de andere muggenkwekerij om wat bureaulampjes te halen. En na drie zaakjes, beginnen je slapen te kloppen en struikel je opeens over je slippers. Dan weet je dat het alweer 2 uur s’middags is en dat je wat moet eten. Heerlijk is het dan om een koel glas citroensap naar binnen te gieten en rijst met een kippenbout. Er zijn Nederlanders die na twee dagen ernstig verlangen naar sausijsjes en piepers, maar ik kan geen nasi goreng genoeg krijgen. Wanneer de batterij is opgeladen, gaan we op naar het ziekenhuis. Kijken hoe het met patiënten gaat uit Senopi of medicijnen regelen. Onze huiszuster Barbara is altijd in voor een babbeltje. Vaak geeft ze de mannelijke helft van het echtpaar Nagel op zijn lazer omdat hij weer eens vergeten is wat door te geven. Vrouwen praten met vrouwen, mannen praten met mannen. Zo wordt Ellis vaak opzij geduwd omdat een kerel wat van ons moet. Maar zoals het hoort doet Ellis daar niet moeilijk over en schenkt gedienstig de koffie in, en snel een beetje.
Na het ziekenhuis gaan we dan vooral wat kletsen. Proberen samen te werken, zaken goedkoper te regelen, relaties te onderhouden. En dan om een uur of zes ben je opeens weer de muggen aan het voeden. Dan wordt de autan er gezellig bijgehaald en een toerist begint wat op een gitaar te rammen. En dan weer een kippenbout en citroensap. Het leven is heus heel leuk in Manokwari. Totdat die satan ons in den ochtend weer wakker maakt…. Life is bitter, life is sweet, but Manokwari is all we need.