Het opstarten gaat alsmet die auto’s van vroeger. Een enorme slinger en dan een hoop gepruttel. Werknemers moeten weer uit het bos worden gehaald, eerst weer een flinke malariaaanval, jattende buurtbewoners. Ach, termen als ‘van een leien dakje”, en “komt voor de bakker”, zijn zeker niet in papua uitgevonden.
Ellis is in Senopi goed bezig om met vrouwen een preventief programma op te zetten voor aids en hygienne. Ik heb me vooral weer bezig gehouden met in een hoekje liggen rillen.
Daarnaast geprobeerd het logement draaiende te houden want er zijn redelijk wat gasten langsgekomen. We hebben zowaar winst gemaakt deze maand, jawel.
Met de auto’s hebben we maar geen geluk. Nu staat er weer 1 vast in een kilometerlang modderspoor ergens bij Bintuni. De ander is die komen ophalen maar die is daar ook komen vast te zitten. Da’s dus lekker. De 31ste ga ik naar Jakarta, praten met een meneeer van ILO. Daarna breng ik twee papua’s naar de fabriek van vriend Halim die ondanks de economische crisis bereid is twee stagiairs te bekwamen in het meubelmaken. Ellis gaat met een vrouw naar Yayapura om zich de methodes van P3w eigen te maken, een soort moeders voor moeders. Daarna zijn we weer vereneigd en blijven we voorlopig in Senopi.
Zijn jullie weer op de hoogte. Wij hopen het allerbeste voor jullie.
Lieve groet.
Jurgen