Het is zondagavond en iedereen ligt al op bed. Ik zit in de woonkamer nog wat te typen. Straks pak ik mijn tas, vanaf dan ben ik mentaal al op reis. Zolang mijn tandenborstel, boeken en muziek ergens liggen ben ik thuis, wanneer ze in mijn tas zitten ben ik op reis. Nu nog thuis dus.
(Niet zo) langzaam maar zeker ben ik mij toch wel aan de mensen hier gaan hechten. Vooral Vicky, Judith en Lauren waren goede vrienden. Vicky (30) is een hele grappige Britse die gepromoveerd is op vleermuizen. Ze heeft een voorliefde voor maffe kleine dieren en gaat in Sumatra helpen met het conserveren van wilde dieren in een groot park. Judith (20) is een erg Amerikaans meisje. Ze zegt héél veel `like´ maar is ondertussen erg slim. Haar vader werkt bij ´t Pentagon en zelf wil ze later ook de `nationale veiligheid´ in. Vandaar Indonesie, ´s werelds grootste moslimland. Keith (+/- 30) van Hawaii is al een tijdje weg. Met hem heb ik best veel tijd doorgebracht en hij heeft me een hoop raad gegeven. Hij is geograaf en bestudeerd voor de universiteit van Hawaii de manier waarop verschillende gemeenten in Sumatra omgaan met het conserveren van het woud. Lauren (20) is eigenlijk pas net aangekomen. Ze praat prachtig Brits en is heel erg vriendelijk. Ze is in Hong Kong opgegroeid, zeilt met regelmaat een oceaan over en studeerd nu in London. Dominique (+/- 40) is een Australier die voor de Australische overheid werkt als consultant bij ontwikkelingsprojecten. Hij heeft veel gezien en gedaan en ziet er ook zo uit. Eens was hij de jongste directeur van het grootste architectenbureau van Australie, met een model als vriendin en dure spullen. Toen besloot hij dat dat het niet was en liet hij alles achter. Hij ging reizen en begon te werken in ontwikkelingssamenwerking. Hij waarschuwde ons voor een val waar hij zelf in was getrapt. Hij vertelde dat hij zoveel mensen had gezien die `missie-junkies´ werden. Mensen die alleen nog in situaties van rampspoed konden functioneren en die zich thuis niet meer thuis voelden. Mensen die daardoor een verwrongen beeld van de wereld, en hun rol daarbinnen hadden gekregen. Die mensen worden snel oud, en zijn niet zelden ongelukkig. Dominique was erg slim, maar ook grijs en cynisch, ondanks zijn leeftijd. Hij is deels een fantastische figuur die er genoegen uit put om anderen te helpen, tegelijkertijd is hij wat ik niet worden wil. Hij ruikt geen bloemen meer.
Door iedere dag samen te ontbijten, naar school te gaan, samen te lunchen, ´s avonds samen te eten en daarnaast veel op te trekken, zijn het toch goede vrienden.
Vrijdag
Na de les ben ik met twee mede-leerlingen en een leraar naar Imogiri gegaan. Dat is een oud gravencomplex van koningen van Yogyakarta. Het is gelegen op een vrij hoge heuvel en omringd door bomen. Tijdens ons bezoek moesten we gekleed gaan in traditionele kledij. Een sarong met een loszittende donkerblauwe blouse en een soort hoedje. Onze leraar vertelde over de geschiedenis en het huidige gebruik van het complex. Veel mensen komen er voor rituelen. Politici schijnen er vlak voor de verkiezingen te komen, voor geluk. Ook toen wij er waren was er een omvangrijk ritueel aan de gang. Het was mij onduidelijk waar het precies om te doen was, en we moesten op discrete afstand blijven. Het was in ieder geval een prachtig gezicht. Tientallen mensen in traditionele kledij in zo´n oud tempelachtig gebouw. Veel wierook en in koor brommen/zingen.
Na de graven ben ik met een Duits meisje wat gaan eten bij een Angringkan (straattentje). Het restaurant bestaat uit een verrijdbare kar, een soort uitgebouwde kruiwagen. Men zet er bankjes omheen, hangt een zeil op als muur en begint te koken. ´s Avonds wordt de boel veelal verlicht door een enkele kaars. Mensen komen om er uren te zitten, wat te drinken en wat te eten. Je bestelt niet, maar pakt gewoon waar je zin in hebt. Aan het einde van de avond vraagt de eigenaar wat je gegeten en gedronken hebt, en dat reken je dan af. Er wordt niets opgeschreven.
Vogelmarkt
Vandaag was mijn laatste lesdag. De lessen gingen redelijk goed en na afloop kreeg ik een afscheidscadeautje. Symbolisch, maar toch leuk. Ik beloofde nog eens langs te komen en vertrok met Isaak, Lauren en Vicky naar de vogelmarkt.
De vogelmarkt is een plek waar veel toeristen komen, en waar dus ook veel mannetjes zijn. Al meteen toen we de taxi uitstapten trapten we in een fuik. Vicky keek geinteresseerd naar een soort kooi en een vriendelijke man (zal wel de verkoper zijn) begon de verschillende kooien toe te lichten. Hem zijn we het komende uur niet kwijt geraakt, ondanks vriendelijke en minder vriendelijke afwijzingen in zowel Indonesisch als Engels. De markt is in oppervlakte niet groot, maar toch zijn er talloze stalletjes. Sommigen verkopen alleen krekels als vogelvoer, anderen handelen in kooien. Maar de meeste winkeltjes verkopen mooie vogels. Aan de ene kant is het prachtig om al die vogels van dichtbij te zien, aan de andere kant is de manier waarop ze daar behandelt worden minder mooi. Naast vogels zijn er ook enorme vliegende honden, gekko´s, schildpadden, slangen, katten, honden en mangoesten in de aanbieding. De meesten van hen zitten in hele kleine kooitjes waarin ze vaak niet genoeg ruimte hebben om rechtop te staan, hangen of liggen. Vicky vertelde dat sommige mensen op dit soort plaatsen ook grote apen verkopen. Gibbons en Orang-Oetangs. Sommige mensen hebben zo´n dier graag als huisdier. Met name als ze nog klein zijn zijn ze erg geliefd. Als ze eenmaal groot zijn worden ze onhandelbaar. En dan kunnen/willen mensen er niet meer voor zorgen.
Milas
De avond aten we bij Milas. Een absurd lekker restaurant in het zuiden van de stad. Alles wat ze verkopen is vegetarisch, en de ingredienten zijn veelal eigen kweek. Het is zo´n plek waar alles `goed´ is, een soort restaurant- geworden biologische winkel. Het kiezen duurde ruim drie kwartier, zo heerlijk waren de gerechten op de kaart. Uiteindelijk nam ik een enorme salade en een maisburger, absurd goed eten. Ik denk dat ik misschien één keer in mijn leven iets lekkerders gegeten heb. En dat terwijl je aan het einde van de avond het equivalent van tien euro afrekent, voor vier personen.
We wandelden naar huis en ik liep met Vicky een meter of tien voor Lauren en Judith uit. We bleven staan toen we Lauren iets hoorde schreeuwen. Een jongen was op zijn scootertje langs komen rijden, had haar borst gegrepen en `do you want to fuck me´ gezegd. Toen hij terugkwam rijden (doodlopende straat, Einstein) gaf ik ´m een flinke dauw en slingerend reed hij door. Ik heb al van meerdere meisjes gehoord dat ze hier lastig gevallen zijn. Mijn bloed gaat er van koken, ik wilde dat ik hem harder geraakt had.
Durian
Vandaag sliep ik lang. Daarna kocht ik wat laatste spullen voor op reis (kingsize muggenspray, slotjes, scheerschuim en beltegoed). Toen ik thuiskwam had Judith voor een paar dollar een legendarisch stuk fruit op de kop getikt. Het heet Durian en ziet er uit als een soort egel. Naar het schijnt is het iets waar je verslaafd aan raakt of waar je van kotsen moet. Ik hoor bij die laatste groep. De geur is niet erg aangenaam, maar dat is die van goede kaas ook niet. De substantie is een beetje als die van kaas met fonduen, de buitenkant is harder dan de binnenkant. De smaak houdt het midden tussen mango en ui. Beiden een beetje over datum. Eigenlijk is het gewoon erg moeilijk thuis te brengen en dat is ook waar Ibu Heru de vrucht om prijst, om de `brede sensatie´.
Na het eten wisselden we adressen uit en wensten we elkaar geluk, succes en plezier. Daarna vertrok ik om met een Duits en drie Indonesische meisjes wat te gaan drinken. Was erg leuk.
Nu is het zondagavond laat, en morgen vertrek ik. Als alles goed gaat zit ik om twee uur ´s middags in Sorong, waar ik word opgehaald door een katholieke non. In Sorong moet ik mijn visum verlengen én een reisvergunning voor de binnenlanden van Papua aanvragen. Daarbij wordt ik waarschijnlijk geholpen door een Nederlandse pater die al tijden in het gebied zit. Als dat allemaal goed gaat hoop ik donderdag of vrijdag naar Manokwari te gaan. Daar zijn Jurgen en Ellis met wie ik vervolgens het binnenland in ga. Ik hoop vóór die tijd nog een berichtje te plaatsen want eenmaal in het binnenland hebben we telefoon noch internet.
Veel liefs en tot later!
Bruno